Deze ficties en vermogensmixen zijn mogelijk nadelig voor mensen met veel spaargeld (en weinig rendement) of beleggingen waarmee een laag rendement wordt behaald. Bij iemand met zeer veel spaarvermogen is – door de lage rentestanden – de belasting op het fictieve rendement zelfs hoger dan het daadwerkelijk genoten rendement. Stel dat een belastingplichtige in 2017 flink heeft gespaard en spaarvermogen bezit van € 1 miljoen. Daarmee bedroeg het fictief rendement € 44.900. Er moest € 13.470 aan belasting worden betaald (tegen een tarief van 30%). De spaarrente bedroeg in 2017 slechts 0,15%, waardoor rente werd ontvangen van € 1.500. Het fictief rendement bedroeg dus € 43.400 (!) meer dan de daadwerkelijk ontvangen renteopbrengsten. Op basis van het daadwerkelijk rendement zou slechts € 450 aan belasting moeten worden betaald, € 13.020 minder dan op basis van het fictief rendement.
De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat deze systematiek onrechtvaardig is voor mensen waarvan hun werkelijk rendement lager is dan het wettelijk fictief rendement. De box 3 heffing is daarmee in strijd met het recht op eigendom en het verbod op discriminatie uit het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens).
Rechtsherstel
In de zaak van afgelopen december bood de Hoge Raad rechtsherstel aan de belastingplichtige. Wat betekent dat de belastingplichtige teveel betaalde belasting terugkrijgt. Dit is opvallend, omdat de Hoge Raad in eerdere zaken van vóór 2017 oordeelde dat box 3-heffing in strijd was met het EVRM, maar hierbij geen rechtsherstel bood. De wetgever moest dit zelf maar oplossen en de belastingplichtige moest tot die tijd geduld hebben. Aanpassing van box 3 zou waarschijnlijk ook gebeuren, maar de wetgever gaf aan dat heffing op basis van werkelijk rendement pas vanaf 2025 zou kunnen.
Dit duurde de Hoge Raad waarschijnlijk te lang. Aan de belastingplichtige werd afgelopen december rechtsherstel geboden. De Hoge Raad ging direct tegen de wetgever en de fictieve rendementen in. Voor de jaren 2017 en 2018 hoefde de belastingplichtige alleen nog maar belasting te betalen over het daadwerkelijk behaalde rendement, en niet over allerlei fictieve rendementen. Een historische uitspraak!
En nu?
De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan in een zaak die behoort bij de massaal bezwaarprocedure over de belastingjaren 2017 tot en met 2020. Bij Lentink De Jonge hebben wij iedereen die vanaf 2017 en 2018 box 3-heffing heeft betaald, automatisch aangemeld bij de massaal bezwaar procedure, en voor 2019 en verder iedereen met een box 3-heffing van € 100 of meer. Het is de verwachting dat de staatssecretaris van Financiën nog zal beoordelen hoe invulling wordt gegeven aan de uitspraak van de Hoge Raad. Naar verwachting zal dit ook gevolgen hebben voor box 3 van 2019 en verder.
Dit betekent dat u mogelijk ook geld terug kunt krijgen van de Belastingdienst. Dit zal waarschijnlijk afhangen van uw werkelijke rendement op uw vermogen vergeleken met het door de Belastingdienst berekende fictieve rendement.
In de komende maanden zal bekend worden wie precies hoeveel geld terug gaat krijgen. Geldt de uitspraak van de Hoge Raad alleen voor spaargeld of ook voor andere bezittingen met weinig of geen rendement? En wat als er geen bezwaar is gemaakt? We houden u op de hoogte! Mocht u nu al vragen hebben, onze fiscale collega’s helpen u graag verder.