Hoge Raad verbiedt forfaitaire heffing box 3

De forfaitaire heffing van box 3 is al jaren voer voor discussie. Voorheen oordeelde De Hoge Raad al dat de box 3-heffing onrechtvaardig is, maar de hoogste rechter bood nog geen mogelijkheden om dit op te lossen. De wetgever moest dit zelf maar doen. Dit veranderde in de uitspraak van afgelopen december (ECLI:NL:HR:2021:1963).

Vermogensmix in box 3

In box 3 wordt vermogen, zoals spaargeld en beleggingen, belast op grond van een fictief rendement. Vanaf 2017 is een systeem met een ‘vermogensmix’ ingevoerd. Er wordt verondersteld dat een deel van het vermogen wordt gespaard en een deel wordt belegd. Voor kleine vermogens tot € 50.000 wordt 2/3e deel toegekend aan spaarvermogen en 1/3e deel aan beleggingsvermogen. Bij grotere vermogens vanaf € 50.000 is dit andersom. Vanaf € 950.000 wordt zelfs verondersteld dat al het vermogen wordt belegd. Voor de gedeelten spaarvermogen en beleggingsvermogen is een apart rendement fictief vastgesteld, respectievelijk 0,03% en 5,69%. Het beleggingsvermogen kent dus een hoger fictief rendement dan het spaarvermogen. Dit fictief rendement wordt vervolgens belast tegen een tarief van 30% (vanaf 2021: 31%).

Deze ficties en vermogensmixen zijn mogelijk nadelig voor mensen met veel spaargeld (en weinig rendement) of beleggingen waarmee een laag rendement wordt behaald. Bij iemand met zeer veel spaarvermogen is – door de lage rentestanden – de belasting op het fictieve rendement zelfs hoger dan het daadwerkelijk genoten rendement. Stel dat een belastingplichtige in 2017 flink heeft gespaard en spaarvermogen bezit van € 1 miljoen. Daarmee bedroeg het fictief rendement € 44.900. Er moest € 13.470 aan belasting worden betaald (tegen een tarief van 30%). De spaarrente bedroeg in 2017 slechts 0,15%, waardoor rente werd ontvangen van € 1.500. Het fictief rendement bedroeg dus € 43.400 (!) meer dan de daadwerkelijk ontvangen renteopbrengsten. Op basis van het daadwerkelijk rendement zou slechts € 450 aan belasting moeten worden betaald, € 13.020 minder dan op basis van het fictief rendement.

De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat deze systematiek onrechtvaardig is voor mensen waarvan hun werkelijk rendement lager is dan het wettelijk fictief rendement. De box 3 heffing is daarmee in strijd met het recht op eigendom en het verbod op discriminatie uit het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens).

In de zaak van afgelopen december bood de Hoge Raad rechtsherstel aan de belastingplichtige. Wat betekent dat de belastingplichtige teveel betaalde belasting terugkrijgt. Dit is opvallend, omdat de Hoge Raad in eerdere zaken van vóór 2017 oordeelde dat box 3-heffing in strijd was met het EVRM, maar hierbij geen rechtsherstel bood. De wetgever moest dit zelf maar oplossen en de belastingplichtige moest tot die tijd geduld hebben. Aanpassing van box 3 zou waarschijnlijk ook gebeuren, maar de wetgever gaf aan dat heffing op basis van werkelijk rendement pas vanaf 2025 zou kunnen.

Dit duurde de Hoge Raad waarschijnlijk te lang. Aan de belastingplichtige werd afgelopen december rechtsherstel geboden. De Hoge Raad ging direct tegen de wetgever en de fictieve rendementen in. Voor de jaren 2017 en 2018 hoefde de belastingplichtige alleen nog maar belasting te betalen over het daadwerkelijk behaalde rendement, en niet over allerlei fictieve rendementen. Een historische uitspraak!

De uitspraak van de Hoge Raad is gedaan in een zaak die behoort bij de massaal bezwaarprocedure over de belastingjaren 2017 tot en met 2020. Bij Lentink De Jonge hebben wij iedereen die vanaf 2017 en 2018 box 3-heffing heeft betaald, automatisch aangemeld bij de massaal bezwaar procedure, en voor 2019 en verder iedereen met een box 3-heffing van € 100 of meer. Het is de verwachting dat de staatssecretaris van Financiën nog zal beoordelen hoe invulling wordt gegeven aan de uitspraak van de Hoge Raad. Naar verwachting zal dit ook gevolgen hebben voor box 3 van 2019 en verder.

Dit betekent dat u mogelijk ook geld terug kunt krijgen van de Belastingdienst. Dit zal waarschijnlijk afhangen van uw werkelijke rendement op uw vermogen vergeleken met het door de Belastingdienst berekende fictieve rendement.

In de komende maanden zal bekend worden wie precies hoeveel geld terug gaat krijgen. Geldt de uitspraak van de Hoge Raad alleen voor spaargeld of ook voor andere bezittingen met weinig of geen rendement? En wat als er geen bezwaar is gemaakt? We houden u op de hoogte! Mocht u nu al vragen hebben, onze fiscale collega’s helpen u graag verder.

Deel dit bericht op: